Pieter Buisman, Anke Sieverink
Elk jaar pompen we € 40 à 50 miljard rond in de Nederlandse woningmarkt. De vele regels en regelingen die ooit bedoeld zijn om fricties in de woningmarkt op te lossen, zijn hiervan de oorzaak. Hoewel ze hun nut allang verloren hebben, zijn ze vastgeroeste onderdelen geworden van een verstard systeem.
Ongetwijfeld lekt daaruit veel geld weg, alleen al door het apparaat dat nodig is om het geheel draaiende te houden. Als de transitie- en frictiekosten 5% bedragen – en waarom niet? – gaat het om € 2 tot 2,5 miljard per jaar. Voor dat geld kan elk jaar de onrendabele top van 25.000 sociale huurwoningen worden gedekt, kunnen 200.000 kopers een stimuleringssubsidie krijgen, kan de gehele huurtoeslag ruimschoots worden bekostigd, of kunnen 50 achterstandswijken er in één keer bovenop komen.
De economische crisis is het moment om de woningmarkt uit de ketenen van die regels te bevrijden. We blijven echter stokstijf staan en bedenken er nog een paar regelingen bij. De belangen in de woningmarkt zijn groot, maar alles bij het oude laten is geen oplossing. Alle argumenten om vast te houden aan de huidige regelingen zijn drogredenen, ingegeven door angst. Als er al bereidheid is aanpassingen bespreekbaar te maken, dan mogen deze alleen heel geleidelijk worden ingevoerd.
Het mag geen pijn doen, maar op de keper beschouwd kiest men voor een lange en onzekere lijdensweg van wel 30 jaar. Als we 30 jaar terug kijken zitten we midden in de vorige crisis, met hypotheekrentes van 12% en een langdurige daling van de koopkracht. Wie weet hoe de situatie over 30 jaar is? Bovendien helpt zo’n lang traject ons op dit moment geen stap verder om de fricties in de woningmarkt tot een oplossing te brengen. Er is maar één uitweg: het gehele stelsel radicaal herzien.
Lees het volledige artikel op de site van KEI-centrum