Pieter Buisman, Theo Ram
De woningmarkt en de bouw laten de gemeenten bepaald niet onberoerd. Dat laten ze niet over hun kant gaan: ze brengen hun zaken op orde, nemen hun verliezen, proberen de boel weer op gang krijgen, maar pakken ook hun rol in de overgang naar nieuwe verhoudingen tussen overheid, burgers en aanbieders.
Crisis slaat diepe wonden
Stagnatie in de woningbouw en in doorstroming zijn binnen het thema ‘Bouw en Wonen’ voor meer dan tweederde van de gemeenten de meest urgente problemen. Niet verwonderlijk, want deze stagnatie werkt zwaar door op vele aspecten van het publieke en private domein. Verliezen op aangekochte gronden raken direct de eigen slagkracht van de gemeenten en hebben gevolgen over de volle breedte van het beleid. Niet voor niets staan ze op plaats drie van de meest genoemde urgente problemen. Ook in de private sector laat de stagnatie diepe sporen na: bouwbedrijven gaan failliet en de werkloosheid neemt steeds verder toe; uiteindelijk krijgt de gemeente dat ook voor de kiezen.
Gemengde gevoelens bij het woonakkoord
Alles wat nog verder lijkt te leiden tot frustratie van de woningmarkt stuit bij gemeenten daarom al snel op weerstand. De verhuurderheffing ontlokt bij slechts 10% van de gemeenten een positieve reactie; bijna 70% vindt het een negatieve tot zeer negatieve maatregel. Het investeringsvermogen van de corporaties wordt er immers fors door beperkt. Dat heeft gevolgen voor de nieuwbouw en voor de voortgang van de stedelijke vernieuwing. Bij veel gemeenten zijn al plannen in de herstructurering stilgelegd, uitgesteld of omgezet van sloop naar renovatie. Driekwart van de gemeenten verwacht dat door het woonakkoord en de beëindiging van het ISV de vernieuwing van de woningvoorraad nog verder zal stagneren.
Lees het volledige artikel in "Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013"
Publicatiedatum:
juni 2013
Gepubliceerd in:
Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013,
VNG /
Royal HaskoningDHV
terug naar overzicht