Wonen 4.0 verdient snellere invoering

Pieter Buisman

Met Wonen 4.0 hebben Aedes, VEH, Woonbond en NVM een voorstel op tafel gelegd dat klinkt als een klok. Zij hebben het enige juiste uitgangspunt gekozen: er voor zorgen dat de hervorming voor de consument zo neutraal mogelijk verloopt. De politiek kan eigenlijk maar één ding doen: zorgen dat het sneller wordt doorgevoerd, zodat we ook eerder de vruchten plukken.

Het plan trekt er echter 30 jaar voor uit om de hervorming door te voeren. Met een start datum in 2015 is dat proces dus pas in 2045 voltooid. Misschien zitten we dan in de volgende crisis; als we 30 jaar teruggaan, zaten we midden in de vorige. Het lijkt me niet wenselijk zo lang te wachten.

De economische effecten die het voorstel in het vooruitzicht stelt (€7,5 miljard per jaar) zouden we al veel eerder moeten kunnen incasseren. En ook de vele voordelen als flexibiliteit tussen huur en koop, transparantie in kwaliteit en prijs en de verlossing van de regellast. Met behoud van het belang van de consument moet het mogelijk zijn dat veel sneller te doen.

We moeten met invoering van de hervorming dus ook niet wachten tot de woningmarkt is hersteld. Dat is oorzaak en gevolg omdraaien. De woningmarkt kan zich pas goed herstellen als we eerst hervormen. Bovendien leidt zo’n afwachtende houding alleen maar weer treuzelgedrag en uitvluchten. Dus prik gewoon een datum waarop de hervorming ingaat en houd de transitieperiode zo kort mogelijk.

Al eerder heb ik gepleit voor een overgang ineens. Laat het CPB het voorstel daarop doorrekenen, en dan ook voor 5 jaar, 10 jaar en 30 jaar. Knabbel niet aan het voorstel, maar maak duidelijk hoe snel we de vruchten kunnen plukken. Dan zullen alle betrokken van koper en huurder tot aan ontwikkelaar en financier er zich voor inzetten.

Lees het volledige artikel op de site van KEI-centrum

Publicatiedatum:
30 mei 2012

Gepubliceerd in:
KEI-centrum

Reageren

terug naar overzicht